Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie Klik hier
Sluit venster

Boek en druk


Recensietekst


Bron



Ida Keller

De tweelingzusters, druk 1, 158 blz.
De tweelingzusters zijn Gonda en Gusta, dochtertjes van Ds. Wiegand. Gonda wordt door Zigeuners meegenomen en komt in een Amsterdamsche achterbuurt terecht. Het huisgezin, waarin zij zich bevindt, is zeer goddeloos. Op een kermis komt zij als meisje van 13 jaar bij een Bijbeltent, waar zij voor 't eerst in haar leven iets van den Heere Jezus hoort. De man, dien zij vader noemt en Breedveld heet, heeft geen vrouw meer en is een dronkaard. Zijn moeder, de z.g.n. "Gonda grootmoeder", mishandelt haar. Zij wordt er op uitgezonden om bloemen te verkoopen en is dientengevolge veelal op straat. De evangelist Greéve, de man van de Bijbeltent, houdt haar in 't oog, meent gelijke trekken in haar te zien, als van een meisje, dat hij eens elders ontmoette. Doordien hij een moeder met haar zuigeling als van den rand des afgronds redt, wordt ten laatste het raadsel ontsluierd. Deze moeder is het vroegere dienstmeisje van Ds. Wiegand, in den tijd, dat Gonda door Zigeuners meegenomen werd. En deze, in 't huis van den evangelist opgenomen, vertelt hem haar levensloop, alsmede van de ontvoering van één der tweelingen. Breedveld, Gonda's pleegvader, komt in 't Evangelisatielocaal en wordt tot nadenken gebracht. Op zijn sterfbed laat hij den evangelist Greeve roepen en vertelt hem, dat Gonda niet zijn kind is, maar dat hij het van Zigeuners overgenomen heeft. Daarna komen de tweelingzusters weer bij elkaar. Ofschoon dit boekje met genoegen door de oudere leerlingen zal worden gelezen, hebben we verschillende bedenkingen. Uit taalkundig oogpunt. De stijl is niet altoos goed verzorgd. Zie 't begin van hoofdstuk II: "Hijgende en blazende, en onderweg steeds vloeken uitstootende, zag Gonda... de vrouw terugkomen." De auteur bedoelt dat de vrouw hijgde, blies en vloekte, maar hij zegt, dat Gonda het doet. Uit paedagogisch oogpunt. 't Lijkt ons niet aanbevelenswaardig, de kinderen in te leiden in de donkere achterbuurten van groote steden. Dronkemanstooneelen en liederlijke-vrouwengedragingen, ook al worden ze "netjes" beschreven, moeten hun niet te vroeg onder de oogen worden gebracht. Uit religieus oogpunt. Het boekje ademt een geest van algemeene verzoening. De evangelist, die voor 't eerst een hem vreemd meisje ontmoet, verzekert haar beslist: "Dat deed Christus ook voor u" (nl. lijden en sterven aan het kruis) blz. 35. "Ik weet, dat gij een kind zijt van onzen hemelschen Vader, net zoo goed als ik" (blz. 53). De sterke uitdrukking: "Zoo waar er een levend God is, die mij hoort" (blz. 48) keuren wij af. Uit literair oogpunt. Het boekje is zeer romantisch, en wekt den indruk, zoo in elkaar gezet te zijn, dat alles terecht moest komen. En nu is het wel waar, dat het leven dikwijls zoo is, dat later, op een afstand gezien, het gebeuren onwaarschijnlijk lijkt, maar hier loopt alles toch wel wat heel mooi. Ofschoon wat hier geteekend wordt, niet den naam van Gereformeerde Evangelisatie kan dragen, komt in dit boekje toch duidelijk uit de zegen van den arbeid der Christelijke liefde. Matig aanbevolen.

Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1916

Open Jachin-boekbeoordelingen.