|
|
|
Elia te Zarfat , druk 1, 16 blz. | Geill. gekl. omslag, 3 zwarte plaatjes. Prijs 10 cts. Dit boekje bevat de geschiedenis van Elia te Zarfat, vrijwel in aansluiting aan de eigen woorden der Schrift. Verder een vrij onbeduidend verhaaltje getiteld: "Een Middagje" Buiten. Eindelijk twee versjes: 1. Het Muschje; 2. Vroolijk gezang. Over de strekking valt weinig te zeggen. Het verdient o.i. minder aanbeveling, in een boekje een Bijbelsche geschiedenis en een verhaaltje op te nemen. Zoo licht wekt dit de gedachte op, dat die twee gelijkwaardig zijn. Wat het eerste verhaal betreft, vonden wij het een gebrek, dat de profeet woorden in den mond worden gelegd. die we in de Heilige Schrift niet vinden (bl. 8). Evenwel is de geschiedenis goed verteld. Het volgende verhaaltje heeft een grooter gebrek. Het middagje buiten valt juist op Zondag. Dit is geheel verkeerd. Al willen we kinderen op Zondag niet elk spel ontzeggen, toch is de Zondag, de dag des Heeren, niet een speeldag of wandeldag. Van de roeping, om dien dag op te gaan naar Gods huis, vernemen we niets in dit boekje. Ook onze kinderen behooren in de onderlinge bijeenkomst. De heiliging van den dag des Heeren mag ze wel op het hart worden gebonden in een tijd als den onzen, nu de koorden in dit opzicht steeds slapper worden. Verder spreekt in het tweede vers het muschje aldus: "De Heere kent mij wel, God gaf mij brood", enz. Zoo iets lezen we liever niet. De stijl van het boekje vertoont een mengelmoes van kinderlijkheid en deftigheid. Zoo vinden we bv. op bl. 9 "Haar ouders zijn van "thuis blijven" niet thuis, en Trijntje zelf zou weenen", enz. De geheele beschrijving is nog al gekunsteld. De uitvoering van al deze boekjes (No. 1-7) is uitstekend. Het uiterlijk trekt door zijn fraaien omslag de kinderen zeker aan, ook de plaatjes zijn goed. Toch kunnen we om de genoemde redenen dit nummer slechts matig aanbevelen. Deze serie No. 1-7, geeft ons aanleiding tot enkele opmerkingen. In 't algemeen kan worden gezegd, dat een schrijver, die een Bijbelsch verhaal voor kinderen wenscht weer te geven, zich op glad ijs begeeft. Het eigen geschiedverhaal in Gods Woord is gewoonlijk meer boeiend en treffend, dan de reproductie er van. De uitgever biedt in deze serie een soort van bloemlezing in miniatuur voor de jeugdige leerlingen der Zondagsschool. 't Is dicht en ondicht. Doch zoowel van het proza als van de poëzie geldt, dat hier wordt bijeengevoegd, wat niet bij elkaar behoort. Wij durven den heer BREDÉE, die aan het uiterlijke voortreffelijke zorg besteed heeft, niet veel succes met deze uitgave voorspellen. De inhoud der vertellinkjes is vrij onbeduidend, en de Christelijke geest oppervlakkig. Er kleeft aan deze reeks van boekjes een tweeslachtigheid, die er niet gunstig voor is. Gewijde en ongewijde geschiedenis wordt er in dooreengemengd. De leerstof is voor de kleintjes en de muziekstukjes zijn voor de grooteren bestemd. Voor de oudere leerlingen zijn ze te klein en voor de jongere kan men voor dien prijs een boekje bekomen, dat heel wat meer lijkt en inderdaad ook beter is. | Boekbeoordeling van Kinderlectuur voor de Zondagsschool door de Commissiën van "Jachin", 1911 |