Sluit venster


Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie(s) Klik hier

Recensietekst


Bron


Wij hebben er reeds meer dan eens op gewezen, welk een voortreffelijk vertaler - wij mogen wel zeggen : na-dichter - Jan H. Eekhout is. Dat blijkt ook uit deze dertig krachtige (gebeeldhouwde !) sonnetten van Michel Angelo. Als proeve van Eekhout's vertaalkunst schrijven wij Michel Angelo's "Sonnet aan den nacht" hieronder over :

O Nacht, o Duister, maatloos groot en goed,
Weer zijt Gij over mij met Uwen vrede ;
Hoe diep doorpeilde U, wie U heeft beleden
En U 't heilig gebed sprak van zijn groet.

In U slechts vindt het moede denken ruste.
Gij zijt het ruischen van de Eeuwigheid.
Gij zijt de Droom die mij aan Aarde en Tijd
Ontvoert en toont mij Hemels gouden kusten.

Stille geweldige Schaduw van den Dood,
Weer is dit menschelijk hart naar U ontweken,
In U zwijgt alle pijn en alle nood.

O dat de luide Dag niet moge breken
Herinnering aan het Heil dat Gij mij boodt -,
Gij, van Gods Zijn het Goddelijkste Teeken.

Wie de stem, die uit dit gedicht spreekt, beluistert, zal haar herkennen als de stem van "den modernen mensch", die in elke ten einde neigende cultuur-periode, op de kruising van twee tijden, zich hooren doet. Freud peilt maar zeer vluchtig de diepten, waaruit deze stem opstijgt, indien hij hier van een "moeder-complex" spreekt.

H.
Opwaartsche Wegen, tijdschrift op Christelijken grondslag ter beoefening van de Nederlandsche letteren,
Libellen-serie. Uitg. Bosch & Keuning, Baarn.
Wij ontvingen wederom vijf deeltjes van de bekende Libellen-serie: prettige, frisch verzorgde boekjes. De dichter Jan H. Eekhout vertaalde „Dertig sonnetten van Michel Angelo" in over het algemeen sterk plastisch Nederlandsch. Al lijkt de bewerking soms wat al te vrij, deze kleine verzameling geeft toch een aangrijpend beeld van den zwaren strijd van Michel Angelo's genie. Dr. M.A. Schwartz gaf een kleine bloemlezing met een biografische inleiding uit de verzen en novellen van den Nederlandschen schrijver Maarten Maartens, die vooral door zijn in het Engelsch geschreven verhalen bekendheid verwierf. Van Johanna van Broekhuizen is er een gevoelige Zuid-Afrikaansche schets. „Ewig Gister", met fraaie landschapsfoto's geïllustreerd. „Nunerkes" is een bundeltje aardige gedichtjes in Groningsch dialect van Jan Boer, welke de schilder Jan Altink met sterke schetsen verluchtte. Tenslotte is er nog een eenigszins omvangrijker verzenbundel van den dichter A.J.D. van Oosten „De dag beweegt"* Het talent van dezen dichter heeft zich na zijn vroegere, stroevere poëzie, aanmerkelijk muzikaler ontwikkeld, terwijl de scherpe werkelijkheidszin behouden bleef. Zoo werd „De dag beweegt" een reeks van vaak zeer fraaie, heldere natuurgedichten, frisch en zonnig.
De Gooi- en Eemlander,

Open link naar krant op Delpher
Dertig sonnetten van Michel Angelo door Jan H. Eekhout. Libellen-serie no. 86.
De thans te Groningen woonachtige Zeeuwsch-Vlaamshe dichter heeft dertig sonnetten van den 15den eeuwschen Italiaanschen beeldhouwer-schilder-dichter Michel Angelo in stoer Nederlandsch herdicht. Uiteraard is dit geen poëzie die licht aanspreekt, een korte verklaring aan het einde vam het boekje bewijst dan ook goede diensten.
Nieuwsblad van Friesland : Hepkema's courant, 04-05-1936

Open link naar krant op Delpher
Dertig sonnetten van Michel Angelo, Jan H. Eekhout. — Libellenserie, Bosch en Keuning, Haarlem. Jan H. Eekhout heeft zich de moeilijke taak gesteld, dertig sonnetten van Michel Angelo, dit gigantisch en veelzijdig genie te bewerken in het Nederlandsch. Een geweldige taak! Eekhout is lang niet in alle sonnetten even gelukkig geslaagd. Maar veel zijn werkelijk voortreffelijk en vormen eene weergave van Michel Angelo's bij het Nederlandsche publiek nog veel te weinig bekende sonnetten, die én den kunstenaar én diens verzen nader brengen tot den lezer. Ik noem o.a. „Sonnet de profundis" : Het aardsch bedrieglijk Spel ontroofde mij den tijd dien God mij schonk Hem te doorgronden. Het laatste hemelsche heimwee doofde in mij. Voorgoed verviel mijn ziel de helsche zonde. Wat waarlijk groot en rein is vlood voor mij. Nooit wordt mijn ziel uit dezen nacht ontbonden. Gij Die voor andren leeft, zijt dood, voor mij. Blind werd ik voor de witheid Uwer wonden.
En toch — nog schreeuwt mijn mond naar u, nog sta ik, O God — wellicht halfweg het steile pad heen tot Uw hart! — Dan, Heer, reik mij Uw handen. Ruk opwaarts mij, roep walging in mij waak, ondelgbaar diep, voor werelds schoon en schat, en wees genadig God, mijn schuld en schande.
Deze aangrijpende lyriek van Michel Angelo (1475—1564), geschreven in de felbewogen en grootsche dagen van een geweldigen en grootschen tijd, doet ons den kunstenaar kennen als mensch en herinnert ons aan de woorden van den Duitschen dichter Klabund: Er weint, er brennt, er verzehrt sich, und sein Herz nahrt sich von seinen Leiden. Dit is een boekje voor die velen, die altijd tot de weinigen zullen behooren en die voor Eekhout's bewerking dankbaar zullen zijn, omdat hij naar zijn hoogste en beste krachten en met groote overgave de oude en nog altijd nieuwe sonnetten in onze taal overbracht. Een belangrijk deeltje in de Libellen-serie!
Haagsche courant, 08-07-1936

Open link naar krant op Delpher

Sluit venster